×

‘De eiwittransitie is best een ingewikkeld thema’

Tuesday August 05, 2025
Back to overview
Share this article
De Tien Procent Club organiseerde onlangs een voorlichtingsavond over de eiwittransitie. Vier partijen kregen middels een panelgesprek ruimschoots het woord over hun ambities en plannen, maar ook over de regelgeving in Europa die tot gevolg heeft dat de eerste producten buiten Europa gelanceerd zullen worden. “De eiwittransitie is best een ingewikkeld thema binnen de Europese Unie, omdat het politiek geladen is”, stelt Volt-politicus Anna Strolenberg, één van de vier gastsprekers.
 
In The Field in Leiden waren alle 60 stoelen bezet met bezoekers die interesse hebben in effectief doneren en/of het thema van deze avond: de eiwittransitie. Gastsprekers waren Ruben Smouter van Meatable, Joey Cramer, operationeel directeur van Proveg en verantwoordelijk voor de public affairs van ProVeg Nederland, Europarlementariër Anna Strolenberg van Volt en Pepijn Vloemans van Farmless. Meatable houdt zich bezig met kweekvlees, Proveg is een non-profitorganisatie die zich richt op meer plantaardig voedsel, Volt is een politieke partij en Farmless is producent van plantaardige eiwitten.
 
‘Enorme groei’
Ruben werkt als strategiemanager bij Meatable. “Wij streven ernaar om aan de enorme groei van vraag in de wereld om vlees te voorzien, maar dan met kweekvlees.” ProVeg richt zich op corporate engagement en ontwikkelde onder meer ‘Eiweet’, een methodologie die producenten en supermarkten helpt om te meten hoever ze zijn in de eiwittransitie. Daarnaast richt ProVeg zich op beleidsmakers en consumenten. Strolenberg is namens Volt de jongste Nederlander ooit in het Europese parlement. Voedsel is één van haar thema’s. “De eiwittransitie houdt me flink bezig. Best een ingewikkeld thema binnen de Europese Unie, omdat het politiek geladen is. In het Europees Parlement probeer ik de transitie neer te zetten als een kans en pleit ik voor het vrijkomen van meer geld voor innovatie. Ik wil bereiken dat bedrijven sneller de markt op kunnen en dat er gestuurd wordt op meer consumptie van plantaardige goederen. Dus op allerlei manieren probeer ik het thema op de kaart te zetten.”
Daags voor de bijeenkomst in Leiden presenteerde Volt haar nieuwe Voedselvisie: “Waar iedereen het heeft over landbouw, probeer ik het hebben over voedsel, over gezonde voeding en welk dieet past bij een veranderend klimaat. Deze hebben we aangeboden aan de LTO.”
 
Pepijn werkt bij Farmless, een bedrijf dat eiwitten brouwt uit micro-organismen. Hij is bij het bedrijf verantwoordelijk voor public relations en communicatie. “Na het lezen van een boek over fermentatie was ik overtuigd. Micro-organismen zijn zoveel efficiënter dan dieren in het creëren van eiwitten.” Nadat hij er een aantal jaren geleden over begon te schrijven en publiceren, werd dit opgepakt door wat nu de oprichter van Farmless is en die hem een baan aanbood.
 
Meatable, gevestigd in Leiden, gebruikt stamcellen van een dier die gekweekt worden met als doel hetzelfde stuk vlees te maken, zonder gebruik van de dier. “Kweekvlees staat nog best in de kinderschoenen”, zegt Ruben. “In Europa gaat het allemaal langzamer dan daarbuiten, omdat de regelgeving daar minder conservatief is.”
 
Regelgeving voor novel foods
Pepijn bevestigt: “In Europa hebben we regelgeving die zegt dat voedselproducten die voor 1991 nog niet op de markt waren, door een voedselkeuringsproces moeten. Of het nu een fermentatieproduct is of een tropisch stuk fruit. Dit proces is gemaakt voor multinationals die heel veel tijd en geld hebben. Voor startups is dit een haast onmogelijk traject. Daarom proberen wij er in Brussel voor te pleiten om een startupregime te ontwikkelen voor novel foods dat veel vriendelijker is voor bedrijven die het simpelweg niet overleven als ze niet binnen pakweg twee jaar iets op de markt kunnen brengen. Voor ons is dit de reden om ons product eerst in de VS op de markt brengen. We kunnen er niet op rekenen dat dit in de EU op tijd geregeld is.”
 
Het is een thema waar Anna aandacht voor heeft: “Op het moment werk ik aan bio pesticiden en die gaan door een vergelijkbaar, eindeloos traject. Ik ben me aan het voorbereiden op hoe we de NVWA kunnen hervormen. Tijdens mijn vele bezoeken aan startups hoor ik te vaak dat er investeringen aangetrokken moeten worden van zeven tot tien jaar, om deze reden. Daardoor hoor ik ook bijna iedereen zeggen dat ze naar de VS of Singapore gaan, omdat ze hun producten daar wel op de markt mogen brengen. Inmiddels heb ik met de betrokken autoriteit gesproken over het versoepelen van het proces omdat dit de transitie naar gezonde en duurzame voeding te versnellen. Het is echter zo dat niet alleen de parlementariërs overtuigd moeten worden, maar elke lidstaat gaat erover. Elk land moet apart overtuigd worden. Dat kost tijd.”
 
Hoopvol naar het buitenland
“Voor bedrijven als Farmless en Meatable zijn er gelukkig mogelijkheden buiten Europa”, vertelt Ruben. “Onlangs is er in Australië nog een kweekvleesbedrijf goedgekeurd, dat vlees ligt de komende maand in de restaurants.” Wordt in de EU, nu de handelsstrijd eerder dit jaar met de VS oplaaide, de urgentie gevoeld om bedrijven en innovatie hier te houden? “Het is dubbel”, vindt Anna. “Enerzijds wordt er hard geroepen dat Europa concurrerend moet zijn en dat we onze economie moeten koesteren. Maar als je kijkt naar bijvoorbeeld de landbouw, dan is die sector oerconservatief. Dat blijft zo en dat komt omdat de mensen die daar aan tafel zitten de gevestigde belangen vertegenwoordigen. Het is wel positief dat er steeds meer onderzoek komt naar hoe de transitie voor boeren een verdienmodel kan opleveren. Ik denk dat er wel geld beschikbaar komt voor innovatie, maar de regelgeving, die moet echt veranderen en dat gaat nog wel even duren.”
 
Een nieuwe ontwikkeling ‘framen’ vanuit het kader van innovatie of techniek, kan helpen. “Zo kun je je wel profileren, maar zorg wel voor verbinding met die landbouwsector”, adviseert Anna. “Je kunt wel kijken naar efficiëntie, maar je moet ook de maatschappij meenemen in je ontwikkelingen.” “En gebruik de juiste terminologie”, vult Pepijn aan. “Alle grote revoluties, weg van dieren, zoals geen walvisolie meer voor verlichting, hebben een enorme welvaartssprong opgeleverd voor mensen. Als je ziet hoe een groot beslag de landbouw op de wereld legt, de helft van al het vruchtbare land wordt in beslag genomen door landbouw en driekwart daarvan door dieren. Terwijl het maar een fractie behelst van de calorieën die wij eten. Dat maakt het een enorme rem op de groei van de mensheid. Dat frame gebruiken wij vanuit Farmless over fermentatie.”
 
Farmless verwacht in 2027 in Nederland een fabriek te bouwen en in 2028 in de VS hun eerste product, een proteïne shake, te verkopen. Hoewel er een discussie gaande is over de proteïnehype, kiest Farmless daar desalniettemin voor. “We moeten voor de bedrijfszekerheid starten met een high end product.” Meatable heeft besloten zich vooral te focussen op celwetenschap. Het bedrijf heeft een partner gevonden die in 2026 een productielocatie zal bouwen. De verwachting is dat de producten in 2027 de Aziatische markt opgaan. “Uiteindelijk zullen wij als Meatable een ingrediënt aanbieden aan de voedingsmiddelenindustrie. Dat is een relatieve eenvoudige vorm om binnen te komen, want je hoeft geen consumenten te overtuigen. Momenteel zijn er wereldwijd zo’n 80 bedrijven actief in de ontwikkeling van kweekvlees en iedereen doet het anders. Wat Meatable anders doet is dat wij ‘smaak’ goedkoop kunnen maken uit een patent uit Cambridge. Hiermee kunnen we de cellen die wij maken in vier dagen tot een spier differentiëren.”
 
“Wij kijken positief naar de ontwikkeling van de verrijkte producten zoals de nieuwe melk van Albert Heijn die deels plantaardig is”, vertelt Joey. “Ik ben me ervan bewust dat de achterban van ProVeg dat vaak niet ver genoeg vindt gaan, maar deze producten, die wij geen hybride noemen, hebben al een behoorlijke impact op milieu en dierenwelzijn.”

Pepijn besluit: “Het voedselsysteem veranderen moet je zien als de bouw van een kathedraal waar generaties over gedaan wordt. Dit gaat wel vijftig tot misschien wel honderd jaar duren, voor we uit het dierenvoedselsysteem zijn. Ik probeer hier met Farmless mijn steentje aan bij te dragen.” Anna vult aan: “Een veranderende kijk op gezonde voeding vraagt om intergenerationele projecten waarbij je ook onderwijs en dus kinderen betrekt.”