×

Oplossing haantjesprobleem: als gehaktballetje bij Lidl

Woensdag 05 mei 2021
Terug naar overzicht
Deel dit artikel
Waar legkippen zijn, komen evenveel haantjes ter wereld. Het is gebruikelijk om ze direct te doden, want hanen leggen geen eieren. Pluimveehouder Kipster laat broertjes van legkippen wel opgroeien. Na een leven van zo’n 100 dagen gaan ze naar de slacht. Van het vlees, met 3 Sterren Beter Leven keurmerk, maakt Kipster gehaktballetjes. “Deze innovatie past in onze continue zoektocht naar het tegengaan van verspilling”, zegt Quirine de Weerd, manager duurzaamheid van Lidl Nederland, dat dit vlees verkoopt.
 
Oplossing haantjesprobleem
De haantjes van Kipster eten voer dat gemaakt is van reststromen uit de voedingsindustrie, zoals gebroken beschuiten. Met dit circulaire voer verkleint Kipster de milieudruk van hun eieren en vlees. Kipsterkippen waarderen organische reststromen op tot hoogwaardige voedsel voor mensen. Zo leveren de hanen en de hennen een bijdrage aan de strijd tegen voedselverspilling, terwijl een reguliere vleeskip het circulaire voer in deze vorm niet of nauwelijks aankan. De 3 Sterren Beter Leven kipballetjes, gemaakt van hanen- en hennenvlees, zijn bij Lidl verkrijgbaar. De Weerd: “We willen graag onze klanten kennis laten maken met innovatieve producten. Aan het ontwikkelen van smakelijke vleesproducten uit de eiersector werkt Lidl Nederland graag mee.
 
'Waarom niet het haantje eten?'
Ruud Zanders, oprichter van Kipster, is tevreden met deze praktische oplossing voor het haantjesprobleem. “Er wordt nu gebroed op alternatieven voor het doden van kuikentjes. Bijvoorbeeld door in het ei te kijken om vervolgens het leven van de mannelijke kuikens vroegtijdig te beëindigen. Kipster volgt deze ontwikkelingen uiteraard, maar dat ontslaat ons nog niet van de verantwoordelijk om nu iets te doen aan het haantjesprobleem. En als mensen kip willen eten, waarom dan niet gewoon het haantje? Consumeren we de kippen die toch al leven in de eiersector, dan hoeven er minder kuikens geboren te worden in de vleessector.”