'Zonder gedeelde productielocaties blijven eiwitstartups steken in lab'

Donderdag 19 juni 2025
Invest-NL.
"Eiwitten die zijn ontwikkeld met behulp van precisiefermentatie zijn noodzakelijk voor de eiwittransitie én brengen Nederland economische groei, strategische autonomie en voedselzekerheid. Maar deze innovaties blijven vaak steken in het lab omdat dure productielocaties voor startups moeilijk bereikbaar zijn. Zonder toegang tot betaalbare productiefaciliteiten verdwijnen veel innovaties uit Nederland of stranden vroegtijdig. Tegelijkertijd heeft Nederland een unieke uitgangspositie met sterke kennisinstellingen en een ecosysteem dat internationaal meedraait in voedsel- en eiwitinnovatie. Dit momentum moeten we nú benutten", vindt Strijland.
Gedeelde test- en productiefaciliteiten
Gedeelde test- en productiefaciliteiten bieden een oplossing. Startups hebben niet alleen minder kapitaal nodig voor de ontwikkeling van hun ingrediënten, deze faciliteiten bieden ook operationele ondersteuning, toegang tot talent en de mogelijkheid om producten te testen en te valideren. "Dat helpt hen bovendien om sneller goedkeuring te krijgen onder de novel food-verordening, de Europese toelatingsprocedure die bepaalt of nieuwe voedingsmiddelen veilig zijn voor consumenten.
Het financieren van een individuele gedeelde test- en productielocatie is echter vaak moeilijk omdat de investerings- en operationele kosten hoog zijn, de vraag vanuit startups onregelmatig en hun financiële middelen beperkt. Door in te zetten op een aantal hubs en meerdere gedeelde faciliteiten samen te ondersteunen met publieke middelen, is duurzame exploitatie haalbaar."
Strijland concludeert: "Er is een nationale strategie nodig waarin overheid, corporates en kennisinstellingen samen investeren in de toegankelijkheid van een volwassen alternatieve eiwit-ecosysteem. Landen als België, Singapore en de VS laten zien dat dit werkt. Zij combineren gedeelde infrastructuur met sterke publiek-private samenwerking en investeringen. Nederland staat voor een enorme kans om uit te groeien tot een internationale hotspot voor alternatieve eiwitten. Maar dat lukt alleen als we als ecosysteem samen optrekken met gedeelde faciliteiten en een gezamenlijke visie. Door nu te handelen, versnellen we de eiwittransitie én zorgen we voor een betere besteding van publieke middelen."
Steeds meer startups ontwikkelen duurzame wei-eiwitten zonder koe, maar lopen vast als ze willen opschalen. De productielocaties zijn er wél, maar niet toegankelijk voor jonge bedrijven. "Om dit te doorbreken, moeten gedeelde testlocaties toegankelijker worden en moet iedereen in de keten gezamenlijk de toegang versoepelen", stelt Michiel Strijland van
"Eiwitten die zijn ontwikkeld met behulp van precisiefermentatie zijn noodzakelijk voor de eiwittransitie én brengen Nederland economische groei, strategische autonomie en voedselzekerheid. Maar deze innovaties blijven vaak steken in het lab omdat dure productielocaties voor startups moeilijk bereikbaar zijn. Zonder toegang tot betaalbare productiefaciliteiten verdwijnen veel innovaties uit Nederland of stranden vroegtijdig. Tegelijkertijd heeft Nederland een unieke uitgangspositie met sterke kennisinstellingen en een ecosysteem dat internationaal meedraait in voedsel- en eiwitinnovatie. Dit momentum moeten we nú benutten", vindt Strijland.
Gedeelde test- en productiefaciliteiten
Gedeelde test- en productiefaciliteiten bieden een oplossing. Startups hebben niet alleen minder kapitaal nodig voor de ontwikkeling van hun ingrediënten, deze faciliteiten bieden ook operationele ondersteuning, toegang tot talent en de mogelijkheid om producten te testen en te valideren. "Dat helpt hen bovendien om sneller goedkeuring te krijgen onder de novel food-verordening, de Europese toelatingsprocedure die bepaalt of nieuwe voedingsmiddelen veilig zijn voor consumenten.
Het financieren van een individuele gedeelde test- en productielocatie is echter vaak moeilijk omdat de investerings- en operationele kosten hoog zijn, de vraag vanuit startups onregelmatig en hun financiële middelen beperkt. Door in te zetten op een aantal hubs en meerdere gedeelde faciliteiten samen te ondersteunen met publieke middelen, is duurzame exploitatie haalbaar."
Strijland concludeert: "Er is een nationale strategie nodig waarin overheid, corporates en kennisinstellingen samen investeren in de toegankelijkheid van een volwassen alternatieve eiwit-ecosysteem. Landen als België, Singapore en de VS laten zien dat dit werkt. Zij combineren gedeelde infrastructuur met sterke publiek-private samenwerking en investeringen. Nederland staat voor een enorme kans om uit te groeien tot een internationale hotspot voor alternatieve eiwitten. Maar dat lukt alleen als we als ecosysteem samen optrekken met gedeelde faciliteiten en een gezamenlijke visie. Door nu te handelen, versnellen we de eiwittransitie én zorgen we voor een betere besteding van publieke middelen."