×

'Alles wat we nu goed doen, willen we nog beter doen’

Thursday May 28, 2020
Back to overview
Share this article
Vleescentrale G. van Dalen opereert sinds 1 maart onder de naam Gilles. Daarmee heeft de totaalleverancier uit Schagen een volgende stap gezet richting een duurzame toekomst. “Vleescentrale was een naam die niet meer van deze tijd is”, vindt directeur-eigenaar Dick Wever. “Wij zijn slachterij, grossierderij en worstmakerij. Het concept ‘Vlees van Gilles’ is bij alle slagers in Noord-Holland al een begrip. Zodoende dat we zijn overgegaan naar de bedrijfsnaam Gilles.”
 
Het zijn drukke tijden bij Gilles. Op het moment dat uw redacteur arriveert, is Wever nog druk in de weer in de productiehal. Hij nestelt zich een kwartiertje later op de stoel op zijn kamer en ontdoet zich van zijn slagersschort. “Als het erg druk is, help ik graag even mee”, lacht hij. “Ik ben geen directeur die met zijn benen over elkaar achter zijn bureau gaat zitten. Ik wil het gevoel bij de sector houden en weten wat er speelt bij mijn medewerkers. Als zij aangeven tegen een probleem aan te lopen, dan is het soms handiger om zelf polshoogte te komen nemen. Ik denk altijd oplossingsgericht, want ik wil dat die jongens lekker kunnen werken. Dat kan volgens mij alleen als je behalve mét, ook tussen die jongens werkt.”
 
Gilles
Aan de buitenzijde van het bedrijf staat ‘G. van Dalen’ op de gevel. Daar komt later dit jaar verandering in. Wever heeft het naastgelegen perceel gekocht en gaat dit jaar met 750 vierkante meter uitbreiden. “We doen hier alles zelf. Zelfs de logistiek hebben we in eigen beheer. Door de nieuwbouw heb ik straks meer opslagcapaciteit en nieuwe kantoren. Het is echt een uitbreiding, want het is niet alsof we iets anders gaan doen.”
 
De naam ‘Gilles’ prijkt inmiddels al wel op de bedrijfskleding. De nieuwe huisstijl wordt gefaseerd ingevoerd, op verpakkingen, posters en andere bedrijfsuitingen. “We wilden een nieuwe frisse naam die past bij wat wij doen. Het concept ‘Vlees van Gilles’ had ik al. Die naam is zorgvuldig opgebouwd om dichter bij te consument te kunnen geraken. Maar ik verkoop ook steeds meer hybrideproducten. Daar past de naam vleescentrale niet meer bij. Sinds 1 maart is het: ‘Goedemorgen, welkom bij Gilles’. Een naamverandering is op de lange termijn ook geen probleem”, vertelt Wever, die in 2007 als worstenmaker begon bij het Hollandse bedrijf. De nu 37-jarige directeur nam in 2015 de aandelen definitief over van zijn voorganger. Wever waakt over de kernwaarden van het bedrijf. “We beheren hier het volledige proces. We kiezen de dieren zorgvuldig uit, slachten en benen zelf uit, hebben elf slagerijen in eigen beheer en leveren ook aan een aantal groothandels, horeca en offshore.”
 
Kwaliteitsslag
Gilles staat voor kwaliteit. “Ik heb een inkoper in dienst die alle boeren bezoekt. Boeren die hetzelfde niveau hebben als dat wij willen. Denk aan het juiste voer, maar vooral dierenwelzijn. We kunnen de mensheid niet voeden met vegetarisch. We zullen dierlijke producten moeten slachten, maar je moet wel bewust omgaan met vlees. Waarom zou ik mijn kip uit Brazilië en mijn rundvlees uit Zuid-Amerika halen? Waarom zou ik het lamsvlees uit Nieuw-Zeeland halen terwijl Texel hier om de hoek ligt? Ook mijn kalfs- en rundvlees is van lokale boeren, die zorgvuldig zijn uitgekozen. Als ik op een boerenerf kom en het is er niet opgeruimd, dan past hij niet bij mij. Dan kan hij nog zo’n mooie runderen hebben. Hier is ook alles netjes opgeruimd. Dat verlang ik van de boeren waarvan ik koop ook. Als de boer zijn dieren niet vertroeteld, krijg je geen goed stuk vlees. Als de boer goed is voor zijn dieren, dan zie je dat terug op je bord en je proeft het ook.”
 
Wever heeft de afgelopen periode veel geïnvesteerd in zijn personeel. “We willen een kwaliteitsslag maken en dan moet je dus investeren in je personeel. We hebben dertig mensen in dienst en nog een tiental ZZP’ers. Het moet er in de basis bij mensen in zitten. Het slagersvak is een ambacht. Daarom heb ik een HR-medewerker aangesteld die zich bezighoudt met het personeelsbeleid.” Hij vervolgt: “Ik wil de beste producten van de beste kwaliteit leveren, met de beste service. Iedereen mag bij mij inkopen, maar dan is een goed automatiseringssysteem eveneens essentieel. Ook met het oog op de logistiek. We hebben gemerkt dat slagers een beroep op Gilles doen voor de zaken die ze vroeger zelf deden. Zo maken we veel worstproducten op basis van de receptuur van de slager, die juist steeds meer maaltijden is gaan verkopen. Een slager heeft het druk genoeg. Wij zijn verwerker en bewerker. Onze kwaliteit is het ontzorgen van de ondernemer. Wij hebben veel productsoorten, ook lams-, paarden- en kalfsvlees. Klanten worden er niet blij van als er elke dag drie auto’s voor de deur stoppen voor hun leveringen. Bij ons zijn ze in één keer klaar.”
 
Ontzorgen
Volgens Wever is flexibiliteit ook een reden dat slagers graag een beroep doen op Gilles. “Heb je morgen duizend hamburgers nodig? Dan kan dat. Maar wil je morgen twintig koeien slachten? Dan kan dat ook. Nogmaals, wij gaan heel ver in het ontzorgen van slagers. De eerste vraag die ik ze altijd stel is: Wat wil je verdienen? Dat is de basis. We zetten een stip op de horizon, kijken naar de omzet, hoe er ingekocht wordt en waar we verbeteringen kunnen aanbrengen op het assortiment… Ik kan wel zeggen dat hij veel kalfsvlees moet verkopen, maar als zijn klanten speciaal naar hem toekomen voor zijn kipproducten, dan moet je niet te veel tornen aan het verdienmodel. De slager moet doen waar hij of zij vrolijk van wordt. En wij helpen daarbij. Wij leveren nu van Den Helder tot aan Amsterdam, maar wie weet wat de toekomst brengt. Streven is om alles wat we nu goed doen in de toekomst nog beter te doen: Van het slachtproces tot aan de levering. Als je 500 producten per dag uitlevert, moet het wel allemaal kloppen.”
 
Gilles is geen standaard bedrijf. “Gelukkig niet”, lacht hij. “Als ik een nieuw product heb, ga ik kijken hoe we de slager kunnen helpen om dat te gaan verkopen. Met een leuke poster voor in de winkel, maar ook door een budget beschikbaar te stellen om in een straal van twee tot drie kilometer om zijn winkel een Facebook-campagne in te richten, zodat er vraag naar dit product ontstaat. We werken nauw samen met een reclamebureau en samen bedenken we leuke dingen. Maar ik schrijf ook elke week een stukje tekst voor onze afnemers met tips over de verkoop. Ook leg ik bedrijfsbezoeken af.” Want, zo benadrukt Wever: “Een slager heeft altijd kansen. Altijd. Je moet durven en ervoor zorgen dat je altijd een keer vaker opstaat dan dat je op je bek gaat. Je moet uitgaan van je eigen kracht. Wat kun je goed? Waar loop je tegenaan en wat wil je bereiken? Hoe verloopt een verkoopgesprek in de winkel? Allemaal zaken waarbij we de slager graag op weg helpen.”
 
Ambassadeur
Wever ziet zichzelf ook als ambassadeur van de slagers. “Gilles is een slachterij, grossierderij en worstmakerij. Zodra jongeren in aanraking komen met dit vak, durven ze ervoor te kiezen. De jeugd ging vroeger naar de slager met de vraag of hij kratten mocht wassen, maar tegenwoordig gaan ze liever vakken vullen in de supermarkt. Dan moet je er dus harder aan trekken om ze enthousiast te maken voor het slagersvak.” Hij zucht. “Ik probeer al drie jaar de mensen van de SVO zover te krijgen om eens met een klas hier te komen kijken. Op een gegeven ben ik er dan klaar mee. Dat frustreert. En ik vind dat jammer, want het is en blijft een fantastisch vak.”